Waar rook is, is vuur. Een bekend gezegde en vaak nog waar ook. Om te voorkomen dat je te laat opmerkt dat er rook en mogelijk vuur in je huis is zijn rookmelders van levensbelang. Het alarm gaat af zodra er rook gedetecteerd wordt, waardoor je tijdig en veilig iets aan de rook kunt doen of het huis kunt verlaten. Maar waar in huis kun je het beste de rookmelders plaatsen? En is de ene plek echt beter dan de andere? Lees hier onze tips!
Hoe werkt een rookmelder?
Rookmelders gaan af zodra deze een verdikking van de lucht waarnemen. Dit kan op basis van geladen deeltjes die de rookmelder uitzendt of door lichtbundeltjes die via een cel weer opgevangen worden. Wanneer er rook in de lichtbundeltjes komt wordt het licht deels verstrooid of geabsorbeerd. De rookmelder ervaart dit als rook en laat het alarm af gaan.
Aangezien rook opstijgt is het het beste om rookmelders aan het plafond op te hangen. De rook verzamelt zich hier bij elkaar en is daar dan ook niet te missen voor een rookmelder.
De beste plekken om de rookmelder te plaatsen
- Zorg dat de rookmelder in het midden van het plafond hangt, op circa 50 cm van alle muren.
- Plaats rookmelders op plaatsen waar de weg vrij moet zijn om de woning te kunnen verlaten. Denk hierbij aan de hal, overloop en ieder trapgat in huis.
- Hang op lange gangen om de 7,5 meter een rookmelder.
- Zorg dat op iedere verdieping in huis een rookmelder hangt.
- Voor extra veiligheid is het aan te raden om ook elke slaapkamer van een rookmelder te voorzien.
Waar moet je een rookmelder vooral niet plaatsen?
- In de badkamer en keuken komt veel stoom en warme lucht vrij bij bijvoorbeeld het douchen en koken. Om deze reden is het niet aan te raden hier een rookmelder te hangen. Plaats in dit geval een hittemelder. Deze gaat af wanneer een temperatuur van 60˚C of meer wordt gemeten.
- Ook de garage kunt je beter voorzien van een hittemelder. Het starten van de auto kan een rookmelder al af laten gaan.
- Plaats een rookmelder niet in de buurt van lampen, fittingen en elektriciteitsdozen. De elektrische impulsen kunnen de rookmelder storen.
- Plaats een rookmelder ook niet in de buurt van ramen, deuren en ventilatiekappen.
- Op oppervlakten die warmer of kouder zijn dan de rest van de ruimte in huis. Door de temperatuurverschillen kan het voorkomen dat de rook de melder niet op tijd bereikt.