De aardlekschakelaar is een belangrijk onderdeel van uw groepenkast. Het is een extra beveiliging die de stroom uitschakelt bij storingen, bescherming biedt bij kortsluiting en het onbedoeld onder spanning staan van apparaten voorkomt. Daarom is het belangrijk de werking van de aardlekschakelaar regelmatig te testen. Wij leggen u graag uit wat een aardlekschakelaar is, hoe u de aardlekschakelaar kunt testen en hoe vaak u dit moet doen. Zo zorgen we samen voor veiligheid in de groepenkast.
Een aardlekschakelaar is een automatisch werkende schakelaar die een elektrotechnische installatie spanningsloos maakt, zodra een lekstroom vanaf een bepaalde grootte optreedt. Met lekstroom wordt het lekken van stroom bedoeld. Bijvoorbeeld als er een draadje in uw wasmachine is losgeraakt en de stroom weglekt via de behuizing. De aardlekschakelaar schakelt op dat moment automatisch uit en zorgt ervoor dat u geen elektrische schok krijgt als u de wasmachine aanraakt.
Naast een of meerdere aardlekschakelaars, bevinden zich in uw groepenkast ook installatieautomaten. Deze onderbreken het elektrische circuit als er een te hoge stroom door de installatie loopt, bijvoorbeeld als gevolg van kortsluiting of overbelasting.
Aardlekschakelaars en installatieautomaten zijn overigens niet te verwarren met aardlekautomaten. Een aardlekautomaat is in feite een aardlekschakelaar en een installatieautomaat ineen. Deze beveiligt de elektrotechnische installatie tegen zowel een te hoge lekstroom, als tegen overstroom als gevolg van overbelasting of kortsluiting.
Een aardlekschakelaar meet dus de stroom die de elektrotechnische installatie ingaat en de stroom die weer terugkomt. Is de ingaande stroom groter dan de stroom die terugkomt, dan is er sprake van lekstroom; de stroom vloeit dan via de aarding weg. Zo gauw de lekstroom een vastgestelde waarde overschrijdt, schakelt de aardlekschakelaar automatisch af waardoor de elektrotechnische installatie spanningsloos wordt.
Daarnaast is een aardlekschakelaar een extra beveiliging van de installatie. Zo treedt de aardlekschakelaar in werking als er een foutstroom van een apparaat naar de aarde vloeit, bijvoorbeeld via het menselijk lichaam.
Dit kan veroorzaakt worden door bijvoorbeeld kortsluiting in het apparaat. De aardlekschakelaar schakelt overigens normaliter af bij een stroomwaarde die het menselijk lichaam zonder serieuze problemen nog kan verdragen. Deze instelling ligt bij 30 mA, wat best een lage waarde is. Het is dus noodzakelijk om regelmatig te controleren of de aardlekschakelaar bij deze waarde nog wel uitschakelt. Dit doet u door de aardlekschakelaar minimaal twee keer per jaar te testen.
Vroeger was een aardlekschakelaar niet in alle gevallen verplicht. Toen bestond er nog onderscheid tussen zogenaamde ‘natte’ en ‘droge’ groepen. Natte groepen waren bijvoorbeeld de keuken en de badkamer. Toen hoefden alleen de stopcontacten van de droge groepen beveiligd te worden. Tegenwoordig moeten bij nieuwe installaties, alle groepen en stopcontacten verplicht beveiligd te worden door meerdere aardlekschakelaars.
Bij oudere installaties is het dus wel zo verstandig om dit ook te doen; de eisen hiervoor zijn immers niet voor niets aangescherpt.
Sinds 2005 is het in nieuwe installaties verplicht om minimaal twee aardlekschakelaars te installeren (bij meer dan twee eindgroepen). Hierdoor heeft u namelijk – in het geval van calamiteiten –, in ieder geval op een deel van de installatie nog spanning (en dus licht). Dat maakt het eenvoudiger uw woning of het pand te verlaten, bijvoorbeeld bij brand.
Er mogen maximaal 4 groepen achter één aardlekschakelaar worden geplaatst. Hierbij maakt het niet uit of de groepen 2- of 4-polig (1-fase of 3-fasen) zijn uitgevoerd.
Omdat de aardlekschakelaar een dusdanig belangrijk onderdeel is van uw elektrotechnische installatie, is het aan te raden om deze iedere maand te testen.
Houd er wel rekening mee dat tijdens het testen van de aardlekschakelaar overal in huis de stroom uitvalt en u wekkers opnieuw in zult moeten stellen. Test de aardlekschakelaar daarom in ieder geval twee keer per jaar. De overgang van zomer- naar wintertijd en vice versa, is een ideaal moment om dit te doen.
Op de aardlekschakelaar in uw groepenkast, vindt u een testknop (bij ABB-groepenkasten is deze gemarkeerd met de letter ‘T’). Als u hierop drukt, dient de aardlekschakelaar zichzelf direct uit te schakelen en valt ook de stroom uit. Vervolgens schakelt u de aardlekschakelaar weer in, door de blauwe/zwarte knop omhoog te duwen.
Schakelt de aardelkschakelaar met de testknop niet uit of weigert deze weer in te schakelen, neem dan direct contact op met een elektrotechnische installateur bij u in de buurt om de aardlekschakelaar na te laten kijken of te laten vervangen.
Treedt de schakelaar vanzelf in werking en valt de stroom uit, dan is er iets mis met één van de apparaten of lichtpunten die u gebruikt. Dit dient u eerst te repareren of te vervangen, voordat u het weer gebruikt.
Tip: lees hoe u kunt ontdekken welk apparaat storing veroorzaakt en wat te doen
Ja, uw elektrotechnische installatie is uw eigen verantwoordelijkheid en dus bent u verplicht deze met enige regelmaat – maar minimaal twee keer per jaar – te testen. Uiteraard kunt u dit ook uitbesteden aan een professional.
Let wel: laat u uw aardlekschakelaar niet testen of controleren, dan kan een eventuele fout in de installatie of in een elektrisch apparaat/lichtpunt de aardlekschakelaar niet uitschakelen. Dat levert bijzonder gevaarlijke situaties op, omdat u dan een elektrische schok kunt krijgen van de installatie of het defecte apparaat.